Roos Obdam |kunstdossier
Home      Muziek     Drama     Beeldende vorming     Cultuureducatie
 
Muziek |MuziekMeester 1

Een goede leraar
Ik vind dat een goede leraar aandacht moet besteden aan het zingen in de klas, de kinderen leren en laten spelen met muziekinstrumenten, maar ook aandacht moet geven aan dansen. Noten leren vind ik ook horen bij muziekles.
Ik heb een muziekles gegeven vanuit de methode: Moet je doen, muziek!
Ik heb hiervan geleerd dat je:

  • kennis moet hebben van de achtergrond van de kinderen;
  • je van de methode kunt afwijken als de doelstelling maar gehaald wordt;
  • dat kinderen hun aandacht op een gegeven moment kunnen verliezen en daar moet je op kunnen anticiperen.

Maar vooral dat muziek geven heel leuk is!

Ik vind dat…
Ik vind dat je muziek moet laten zien, aan ouders of aan de kinderen op school. Instuderen van een liedje heeft dan een doel, een bedoeling voor de kinderen (zij zijn bezig met iets). Daarnaast moet je muziek ook gebruiken om lekker ontspannen na een drukke dag. Dus de laatste 10 minuten even heerlijk zingen en dansen en muziek maken.

Jij en muziek

Ik luister vaak naar muziek:

Ja

Ik vind dansen erg leuk:

Ja

Ik vind zingen heel leuk:

Ja

Ik bespeel een instrument:

Een beetje

Ik praat graag over muziek:

Soms

Ik heb muzieklessen (gehad):

Ja (keyboard)

Ik kan noten lezen:

Ja, een beetje

Ik ben muzikaal:

Ik denk het wel

Ik vind muziek belangrijk in mijn leven:

Ja

Kerndoelen
De kerndoelen van 2006 zijn veralgemeniseerd ten opzichte van de kerndoelen van 1998. Waar er bij de nieuwe kerndoelen vooral het beleven en reflecteren op muziek wordt benoemd, zo was inhoud en kennis belangrijker in 1998.
Ik zou voor een tussenweg kiezen. Zorgen voor kennis over noten lezen, hoe muziek is opgebouwd (klank, vorm en betekenis), maar ook de eigen beleving van muziek integreren in mijn muzieklessen.

Ademen in een liedje
click to play

Mijn ademhaling:
Eerste regel: vooraf.
Tweede regel: vooraf en tussen ‘sell’ en ‘Oh’.
Derde regel: tussen ‘bite’ en ‘what’.
Vierde regel: Na ’lord’ en tussen ‘bite’ en ‘what’.

Ademhaling zangeres:
Eerste regel: vooraf.
Tweede regel: vooraf en voor ‘Oh’.
Derde regel: voor ‘what’.
Vierde regel: vooraf.

De zangeres heeft meer ervaring hoe zij moet ademhalen en wanneer zij dit moet doen.

Het muzikaal geheugen
Ja, ik herken het liedje ‘altijd is kortjakje ziek’. Wat mooi en integer gespeeld. Gaandeweg komen er meer instrumenten bij.

Vinken
Competentie zingen: niveau 1.
Competentie luisteren: geen niveau.
Competentie muziek maken: niveau 1.
Competentie muziek lezen en noteren: niveau 2.
Competentie bewegen: niveau 1.

Een methode
Mijn stageschool werkt met de methode ‘Moet je doen, muziek!’ uit 1998. Deze methode bestaat uit 7 delen, voor elke groepen 1 deel. (groep 1 en 2 zitten bij elkaar in één boek)
Iedere les heeft een inleiding, een kern en een afsluiting met advies voor een vervolgles. De behandelende onderwerpen zijn o.a.:

  • Luisteren
  • Zingen
  • Spelen op instrumenten
  • Muziek opnemen

Voor de les ‘Morning had broken’ moet de leerkracht noten kunnen lezen, weten hoe de schoolinstrumenten bespeeld moeten worden en zingen. De kinderen moeten het liedje leren zingen, eenvoudige noten lezen, ritme ontdekken in de muziek en instrumenten bespelen.

KVB
Domeinen:

  • Luisteren: de kinderen moeten goed luisteren naar de muziek, wanneer ze stil moeten zijn. Hierbij komen de leerstofonderdelen ‘klank en betekenis’ aan de orde.
  • Maken: de kinderen maken zelf enge geluiden. Hierbij komen de leerstofonderdelen ‘vorm en betekenis’ aan de orde.
  • Bewegen: tijdens het geluid maken bewegen de kinderen (trommelen op de tafel) en op het einde, eng bewegen op muziek. Hierbij komt het leerstofonderdeel ‘betekenis’ aan de orde.
  • Vastleggen: de kinderen tekenen hun eng geluid op een blaadje. Hierbij komt de leerstofonderdelen ‘vorm’, ‘klank’ en ‘betekenis’.